“Ik heb last van een clown in mijn hoofd”

mijn hoofd” In Frankfurt am Main brengt de groep Rimini Protokoll mensen met het syndroom van Gilles de la Tourette op het podium. Het gevaar van voyeurisme is groot bij dit thema. Toch wordt dat hier wonderwel omzeild.

By Bernd Noack

12.04.2019 / Spiegel online

Als iemand plots “klootzak” of “hoer van Hitler” achter je roept, is dat niet per se gemeen of beledigend bedoeld. En het is zeker niet persoonlijk. De persoon die dergelijke beledigende uitspraken doet, is misschien eerder iemand die zijn woorden niet onder controle heeft.

Draai je om en zie hoe zijn lichaam wilde en ongecontroleerde bewegingen maakt, hoe de armen geagiteerd bewegen en hoe hij, in plaats van nog een scheldwoord uit te stoten, misschien bromt en piept en door de lippen blaast. Hij wil dat allemaal niet, maar kan het niet helpen.

Dit niet-functioneren of niet juist functioneren in een op perfectie afgestemde wereld heeft sinds de 19e eeuw een naam: de Franse neuroloog en psychiater Georges Gilles de la Tourette diagnosticeerde het gedrag als een ziekte van het zenuwstelsel. Hoewel het "syndroom van Gilles de la Tourette" relatief zelden voorkomt, wordt de persoon die eraan lijdt toch als een zeer opvallend buitenbeentje bestempeld. Zijn isolement is voorgeprogrammeerd, zijn deelname aan het openbare leven beperkt: wie zich niet kan beheersen, vliegt eruit.

Helgard Haug van de theater- en performancegroep Rimini Protokoll wou precies het tegenovergestelde. Voor Schauspiel Frankfurt bracht ze een aantal “tourettes” met al hun tics en grillen uitgerekend naar de theaterzaal. Want naast de tram en de wekelijkse markt is het theater door zijn beslotenheid, stilte en correcte gedragsregels zowat de meest delicate plaats voor iemand die regelmatig zichzelf en zijn wil voelt wegglippen, en zijn gedrag tegenover vragende kinderen alleen kan verantwoorden met de eigenlijk wel mooie uitvlucht: “Ik heb last van een clown in mijn hoofd.” 

En inderdaad is hun gedrag meestal vrij onschuldig, nooit gewelddadig, soms eerder grappig dan bedreigend. Op het podium van het Bockenheimer Depot zie je dan ook drie mannen met het syndroom van Gilles de la Tourette, die met een opmerkelijk opgewekte kalmte vertellen over hun dagelijkse strijd met zichzelf en vooral met een systeem waarin zij als storend worden ervaren.

Bij Christian Hempel, Benjamin Jürgens en Bijan Kaffenberger manifesteert de stoornis zich op verschillende manieren. De ene stoot obscure klanken uit, de andere produceert non-stop obsceniteiten of onsamenhangende, pure onzin. De titel van de avond “Chinchilla Arschloch, waswas” (“chinchilla klootzak, watwat”) vat dat heel goed samen. Een glas water kunnen ze niet rustig vasthouden: hun lichaam schokt voortdurend, hun hoofd wiebelt, hun armen weigeren te gehoorzamen, ze herhalen manisch schijnbaar zinloze handelingen. Niemand weet echter wat er in hun hersenen gebeurt tijdens deze momenten. Zij zelf ook niet. Over de oorzaken is relatief weinig onderzoek gedaan. 

Toch hebben deze drie zich zo goed mogelijk geïntegreerd, zonder schaamtevol te ontkennen of te verbergen waaraan en waaronder ze lijden. Ze hebben een gezin, ze werken, Kaffenberger zetelt zelfs voor de SPD in het Hessische parlement. Hun onmiddellijke omgeving waarin ze zich bewegen, heeft het feit dat ze “anders” zijn grotendeels aanvaard. Maar natuurlijk zijn er ook brave burgers en buren wiens rust verstoord wordt, die tegenover dwangmatigen uitgerekend met dwangmaatregelen dreigen...

Ze vertellen daar nu over op het podium, zonder de minste aandacht te besteden aan de “storingen” die in hun teksten of liederen sluipen: “Ik heb tics, dus ik ben!” En wij, het publiek, kijken toe wat er gebeurt. Begapen we hen als wilde exoten, die opgevoerd worden als ongetemde wezens die je niet mag voederen? Het gevaar van voyeurisme is groot bij dergelijke theatrale acties. Misschien zijn ze goed bedoeld, maar meestal hebben ze een averechts effect en kunnen ze in pijnlijkheid verzinken. 

Maar Haug en haar drie performers (ondersteund door muzikante Barbara Morgenstern) draaien de rollen om: ze jongleren met onze vooroordelen en twijfels over wat echt is, en welke tics alleen maar gespeeld zijn. Ze stellen niet alleen Handkes “Publikumsbeschimpfung” (“publieksbelediging”) ter discussie als ze zich de vraag stellen wie zich hier nu eigenlijk beheerst. Hun provocaties maken vrolijk salto's, tot ze zich ontpoppen als harde kritiek op het gevestigde fatsoen. 

De verrassingen kunnen opzettelijk zijn en de improvisaties kunnen schatplichtig zijn aan de gebruikelijke toevalligheden van het theater. Een goochelspel misschien, maar wel één waarin de ontluisterende en demoraliserende, doodnormale strijd herkenbaar is tegen het leven, dat het anders-zijn niet accepteert. En plotseling ontstaat in het theater, dat volgens zijn eigen regels functioneert, theater over oprechtheid en vals medelijden, over moed en de kracht om over de eigen tekortkomingen te spreken. Ze zijn niemands schuld, en er is wel een hemelsbreed verschil tussen de onzin die iemand met dit raadselachtige syndroom onbewust produceert, en de onzin die een AfD-parlementslid schijnbaar met zijn volle verstand uitkraamt. “Parlementstourette”, noemen ze dat in Frankfurt gevat.

Zo kan het dus ook: een avond met nieuwsberichten uit de tussenhersenen zonder een zweem van consternatie. Een eerlijke, ook recht naar het hart gaande revue van tekortkomingen die er nu eenmaal bij horen, zelfs als je ze niet onder controle krijgt. Een pleidooi voor de ondoorgrondelijke bijbedoelingen die plotseling in de schijnwerpers staan, en op de een of andere manier ook een pleidooi voor de soms noodzakelijke verstoring van de openbare etiquette.


Projects

Chinchilla Arsehole, eyey